Hoe zit het met biologisch en E-nummers?
E-nummers hebben niet bepaald een goed imago. Veel mensen proberen E-nummers zoveel mogelijk te mijden omdat ze denken dat ze ongezond, gevaarlijk en altijd chemisch zijn. Maar is dit wel waar? En hoe zit het dan met de E-nummers die je wel eens tegenkomt op de ingrediëntenlijst van biologische producten? Wij beantwoorden de vragen die jij hebt over E-nummers en biologische voeding.
Wat zijn E-nummers nou eigenlijk?
E-nummers zijn stoffen die worden toegevoegd aan voedingsmiddelen om een eigenschap te verbeteren. Voorbeelden zijn kleur-, geur- en smaakstoffen, verdikkingsmiddelen en zoetstoffen. Als je aan E-nummers denkt, denk je misschien aan chemische stoffen die in een fabriek worden gemaakt. Bij een deel van de E-nummers is dit inderdaad het geval. Deze chemische E-nummers worden niet gebruikt in biologische voedingsmiddelen. Daarnaast zijn er ook E-nummers van natuurlijke oorsprong, en kunnen ze ook hele ‘gewone’ stoffen zijn, zoals kurkuma (E100). Kurkuma wordt dan gebruikt als natuurlijke kleurstof. In biologische producten zijn alleen E-nummers van natuurlijke oorsprong toegestaan.
Zijn E-nummers gevaarlijk en ongezond?
Nee. Een stof krijgt niet zomaar een E-nummer. De ‘E’ in E-nummers staat voor ‘Europees’. De stoffen zijn getest op veiligheid en mogen gebruikt worden in de Europese Unie. De European Food Safety Authority (EFSA) controleert de stof grondig voordat het een E-nummer krijgt. Een E-nummer geeft aan dat de stof gecontroleerd is en dat het veilig gebruikt kan worden. In de wet staat vastgelegd in welke producten de stof mag zitten, en in welke hoeveelheden. Als nieuwe onderzoeken andere inzichten geven op de veiligheid van een stof, kan de EFSA alsnog de regels aanpassen of de stof helemaal verbieden.
Worden E-nummers gebruikt in biologische producten?
Ja, soms wel. Er zijn ruim 50 E-nummers toegestaan in de biologische voedselproductie. Dit is niet veel, in de gangbare voedingsindustrie zijn honderden E-nummers toegestaan. De biologische voedingsindustrie mag namelijk alleen E-nummers gebruiken die een natuurlijke oorsprong hebben. Daarnaast mogen deze E-nummers ook alleen gebruikt worden als ze essentieel zijn voor het maken van een product. Alleen noodzakelijke, natuurlijke toevoegingen zijn dus toegestaan. Je kunt er zeker van zijn dat je chemische conserveermiddelen, smaakversterkers, kunstmatige smaakstoffen en kleurstoffen niet terug zult vinden in biologische producten.
Voorbeelden van E-nummers die zijn toegestaan in de biologische voedingsindustrie:
- Agar-agar (E406): een stof die wordt gewonnen uit algen en gebruikt wordt als plantaardig alternatief voor gelatine.
- Carrageen (E407): een stof uit bepaalde soorten zeewieren die wordt gebruikt als verdikkingsmiddel en stabilisator in veel producten, waaronder chocolademelk. Stabilisatoren zorgen ervoor dat de eigenschappen van een voedingsmiddel behouden blijft. Ze zorgen er bijvoorbeeld voor dat slagroom niet inzakt, en dat er geen ijskristallen in ijs ontstaan.
- Johannesbroodpitmeel (E410): een stof die in de zaden van de johannesbroodboom zit, en wordt gebruikt als verdikkingsmiddel in onder andere babyvoeding. Verdikkingsmiddelen zijn een soort bindmiddelen, waardoor een product de gewenste dikte krijgt.
Passen E-nummers wel in het gedachtegoed van biologisch?
Biologisch legt de focus op authentieke voeding, kwaliteit en op dicht bij de natuur blijven. Daarom mogen alleen stoffen met een natuurlijke oorsprong toegevoegd worden aan biologische voedingsmiddelen. Deze stoffen mogen ook de ware aard van het product niet verbergen. Zo blijven verwerkte biologische producten dicht bij de natuur. De E-nummers die toegestaan zijn in de biologische voedselproductie leveren extra kwaliteit en zijn essentieel om de producten te maken zoals we ze gewend zijn. Omdat deze toevoegingen dicht bij de natuur blijven en niet schadelijk zijn voor mens, dier en milieu kunnen we stellen dat deze E-nummers in het gedachtegoed van biologisch passen.
Voorbeelden van biologische recepten waar natuurlijke E-nummers in zitten:
- Feestelijke tarte tatin met rode biet: in margarine zit vaak lecithine (E322) als emulgator. Emulgatoren zorgen ervoor dat stoffen die normaal gesproken niet goed met elkaar mengen, toch samengevoegd kunnen worden. In de margarine zorgt het ervoor dat de plantaardige oliën en het water met elkaar gemengd blijven.
- Rijkgevulde poké bowl: in tofu zit vaak magnesiumchloride (E511) wat gewonnen wordt uit zeezout. Magnesiumchloride wordt gebruikt om het zuurtegraad van een product te reguleren.
- Bloemkoolsteak met zoetzure dressing: in augurken zit vaak calciumcitraat (E333) als verstevigingsmiddel.
Meer weten over biologisch?
Lees hier waar je voor kiest als je biologische producten koopt, wat het verschil is tussen biologisch en biologisch-dynamisch en wat de voordelen zijn voor mens, dier en milieu!
Biologische producten zijn makkelijk te herkennen aan het Europees biologisch keurmerk (het groene ‘blaadje’).
Op de hoogte blijven? Volg Bio lekker voor je op Instagram en Facebook!
Terug naar overzicht