IFOAM gaat pleiten voor nationale invulling van de extra voorwaarden van het nieuwe GLB

‘Alleen biologisch is geen garantie voor hoge biodiversiteit’ en ‘Nieuwe randvoorwaarden voor bio frustreren de biologische boerenpraktijk’. Deze uitspraken (vrij vertaald) kwamen voorbij tijdens het internationale boerenwerkgroep-overleg van IFOAM dat half juni plaatsvond in Bordeaux. Voor het overleg waren boerenvertegenwoordigers vanuit elke lidstaat aanwezig om te praten over extra voorwaarden van het GLB, waar ook bio boeren aan moeten gaan voldoen. Deze voorwaarden worden ook wel Goede Landbouw- en MilieuCondities genoemd (GLMC’s). Bionext collega's Gerdine Kaptijn en Marian Blom vertegenwoordigden Nederland tijdens de tweedaagse bijeenkomst. Gerdine doet verslag.


Woensdag: Excursie
We bezochten op woensdag een biologische wijngaard. De eigenaar liet ons zien dat hij bomen had aangeplant tussen de wijnstokken. Dit om de biodiversiteit te vergroten. Hij had in totaal zo’n 800 bomen per hectare toegevoegd aan de wijngaard, nadat een bevriende entomoloog hem vertelde dat er nauwelijks insecten voorkwamen op zijn land.

Natuurlijk moest er ook even geproefd worden van eigen oogst.


In de bus terug naar het hotel, liet mijn Deense collega van Organic Denmark mij een foto zien van de Flevopolder die zij maakte vanuit het vliegtuig. Op die foto zie je het typerende open landschap van Flevoland: veel grote akkers, weinig bomen, weinig biodiversiteit (?). Zij stelde mij de vraag:


“Hoe gaan Nederlandse boeren in hemelsnaam voldoen aan de biodiversiteitseisen van het nieuwe GLB?”


GLMC8 bepaalt dat een boer minimaal 4% niet-productief areaal op zijn bedrijf moet realiseren. Dit kan bestaan bijv. uit bomen, houtwallen en poelen. Het doel is om de biodiversiteit op bedrijven te verhogen. Ik vertelde dat de Nederlandse overheid het slim had opgelost door alle sloten en vaarten mee te tellen als niet-productief areaal, en voegde daar aan toe dat het open polderlandschap ook een beschermde status heeft.


Donderdag: Vergaderen
Tijdens de IFOAM-vergadering op donderdag was het tijd om tot een gezamenlijk standpunt te komen over de positie van de biologische sector ten opzichte van de nieuwe randvoorwaarden in het GLB. De meningen waren sterk verdeeld van: “Een uitzonderingspositie voor biologische boeren brengt ons imago in gevaar” tot en met “De randvoorwaarden zitten de biologische praktijk in de weg en dus willen we een aparte status”. Het verschilt per lidstaat welke GLMC tot problemen leidt voor de bioboer. Dit komt door nationale interpretatieverschillen. Juist vanwege de hoge diversiteit in problematiek kwamen we tot het compromis:


IFOAM zal pleiten bij de Europese Commissie om de lidstaten ruimte te geven voor aanpassingen van de GLMC’s voor biologisch op nationaal level.


Dilemma
In de gesprekken, discussies en presentaties tijdens het congres is de grote vraag: hoe verhoog je de biodiversiteit op een biologisch bedrijf? Doe je dit door regels op te stellen die een bepaald percentage niet-productief areaal voorschrijven? Of ga je als biologische boer zelf proactief aan de slag om de biodiversiteit te stimuleren? Het is hoe dan ook van belang om onze principes als biologische beweging te blijven volgen. Zo kunnen we als sector, ook internationaal, tot een compromis komen die past bij onze gedeelde principes.

----------

Zien we u bij de regiobijeenkomsten?
Met de komst van het GLB 2023 moeten biobedrijven voldoen aan nieuwe basiseisen. Nieuwe doelen op het gebied van biodiversiteit, klimaat en grondgebondenheid leiden tot aanscherping voor de hectaretoeslagen. Alleen bio is niet (meer) voldoende. Op tijd voorsorteren dus: u moet zich al in oktober 2022 aanmelden bij RVO om mee te doen met het GLB. U hoort tijdens de bijeenkomst de laatste informatie over wat het nieuwe GLB voor uw bedrijf betekent. Inmiddels hebben we twee drukbezochte GLB-bijeenkomsten gehad, en nog twee te gaan! Zien we u op 29 juni in Tungelroy-Weert of 7 juli in Kamerik?

Meer informatie en aanmelden kan via deze pagina


Terug naar overzicht